De slachtoffers die in de Tweede Wereldoorlog zijn gevallen in de Nederlandse zwemsport zijn vandaag herdacht tijdens de Nationale Sportherdenking in Amsterdam. Voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg van NOC*NSF was bij de plechtigheid aanwezig.
Naast het inhoudelijke programma werden vijf kransen gelegd bij het beeld van Prometheus, het oorlogsmonument van de Nederlandse sport bij de entree van het Olympisch Stadion. Anneke van Zanen-Nieberg legde de bloemen namens NOC*NSF, samen met KNZB-voorzitter Hayke Veldman.
Tijdens de plechtigheid was Van Zanen-Nieberg één van de sprekers. Juist nu, zo zei ze, in een tijd van grote conflicten aan de rand van Europa en in het Midden-Oosten, is het belangrijk dat mensen samen één olympische familie willen vormen. "Het is belangrijker dan ooit om mét elkaar te staan voor de Olympische waarden – respect, excelleren, vriendschap, samen – en niet tegenover elkaar."
Ook waren er toespraken van Hester van Buren, wethouder Financiën van Amsterdam, paralympisch zwemkampioen Rogier Dorsman en Lodewijk Asscher, voorzitter Comité Nationale Sportherdenking.
Het is belangrijker dan ooit om mét elkaar te staan voor de Olympische waarden – respect, excelleren, vriendschap, samen – en niet tegenover elkaar
Anneke van Zanen-Nieberg
Elk jaar staat er een specifieke sport centraal tijdens de Nationale Sportherdenking. Dit jaar is gekozen voor de zwemsport. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn honderden leden van zwemclubs en reddingbrigades omgekomen. In 1947 werd een dodenlijst gepubliceerd met 160 namen van de KNZB en Reddingsbrigade Nederland. Onder dwang van de bezetters waren die twee organisaties gefuseerd, waardoor zij een gezamenlijk verleden hebben. De KNZB en Reddingsbrigade Nederland waren daarom aanwezig bij deze Sportherdenking.
Verdwenen sportcultuur
Zwembaden werden in de oorlogsjaren vaak gebruikt door onderduikers. In november 1943 werden ongeveer 25 Joodse kinderen enkele dagen ondergebracht in een natuurzwembad op de Brunssummerheide, nadat er een razzia dreigde. De badhokjes bestaan nog steeds en moeten een oorlogsmonument worden, zo bepleit de Jack Aldewereld Stichting. Voorzitter Arie de Zeeuw vertelde over deze plannen.
Ook werd stilgestaan bij de circa 200 Joodse slachtoffers van de Amsterdamse zwemvereniging De Watervrienden. Hun namen zijn bijna tachtig jaar later nog steeds onbekend. Meteen na de Duitse inval had de vereniging haar ledenadministratie vernietigd om te voorkomen dat die in verkeerde handen viel. Betty Heimans, al zeventig jaar lid van De Watervrienden, en Holocaust-onderzoeker Lion Tokkie spraken hierover. Ook werden foto’s en filmbeelden getoond van De Watervrienden uit de jaren dertig, de enige nalatenschap van een verdwenen sportcultuur.
Monne de Miranda maakte ook deel uit van deze sportcultuur. Als wethouder van Amsterdam speelde hij een belangrijke rol voor de ontwikkeling van zwembaden. Hij werd vermoord in Kamp Amersfoort, waarover Orkater een toneelvoorstelling maakte.
Revalideren
Na de Tweede Wereldoorlog werd sport ingezet om gewonde militairen te laten revalideren. Hier zijn later de Paralympische Spelen uit voortgekomen. De parazwemmers Delphine van Opdorp, in Rome 1960 de eerste Nederlandse gouden medaillewinnaar op de Paralympische Spelen, Bas Takken en Rogier Dorsman, gouden medaillewinnaar in Tokio, spraken over de rol van sport bij hun beperking.