Sportdeelname Onderzoek Sportbonden

Wekelijkse sportdeelname stagneert ook in mei

29 juni 2022
Wekelijkse sportdeelname stagneert ook in mei

In mei 2022 sportten ongeveer 9,6 miljoen inwoners van Nederland wekelijks (61 procent). Dat is vrijwel gelijk aan de twee voorgaande maanden in 2022. In de jaren voor corona was de sportdeelname in deze maanden ook stabiel, echter sportten toen wel gemiddeld meer dan 67% van de inwoners van Nederland wekelijks. Een verschil van zes procent derhalve.

De leeftijdsgroep, die in mei duidelijk veel minder gesport heeft dan voor corona, is de leeftijdsgroep van 31 tot en met 44 jaar. Behalve individueel fitness worden alle top10-sporten minder beoefend. Meest opvallende is dat de wandelsport in mei 2019 door 21 procent van de mensen uit deze leeftijdsgroep werd gedaan, nu was dat nog maar door vijftien procent.

De mensen die in mei gesport hebben, deden dat gemiddeld 8,5 keer in die maand. Dat is een vergelijkbaar aantal keren als de maanden ervoor. De frequentie van voor corona, waarbij gemiddeld meer dan negen keer per maand werd gesport, wordt dus nog niet gehaald.

De leeftijdsgroep, die in mei duidelijk veel minder gesport heeft dan voor corona, is de leeftijdsgroep van 31 tot en met 44 jaar

Jeugd sport weer meer

Door de jeugd - en dan met name kinderen van 5 tot en met 12 jaar (81 procent) - wordt weer veel gesport. Ook de gemiddelde frequentie van het sporten (9,1 keer in de maand mei) is sinds oktober 2020 niet meer zo hoog geweest. Het aantal niet-sporters is met vijftien procent onder de jeugd het laagst van alle leeftijdscategorieën. Het gemiddeld aantal niet-sporters over alle leeftijden was in mei dertig procent.

Belemmeringen en motivaties

Niet-sporters noemen gezondheidsklachten (31 procent), het gevoel dat er al bewogen wordt (30 procent) en geen tijd (24 procent) als belangrijkste redenen om niet te sporten.

De belangrijkste motivaties om wel te sporten zijn: het verbeteren van de conditie (53 procent), behouden/verbeteren van de gezondheid (50 procent) en om een leuke activiteit te hebben (39 procent).

Vervoer naar de sportplek

De sporters gaan vooral te voet of met de fiets naar de sportplek. Dat past goed bij het beeld dat verreweg de meeste sporten een reistijd hebben van maximaal tien minuten.

Deel dit artikel op social media: