Bernard Leene en Daan van Dijk
Naam: Bernard Leene
Geboren: 15 februari 1903 te Den Haag
Overleden: 24 november 1988 te Amstelveen
Naam: Daan van Dijk
Geboren: 10 mei 1907 te Den Haag
Overleden: 22 november 1986 te Den Haag
Olympische Spelen IX Amsterdam 1928
Sport: baanwielrennen
Onderdeel: tandem
Prestatie: goud
Het Nederlandse thuispubliek moest tijdens de Olympische Spelen van 1928 lang wachten op de eerste gouden medaille voor een van hun landgenoten. De baanrenners Bernard Leene en Daan van Dijk braken de ban, tot grote vreugde van de toeschouwers.
Bernard Leene kwam uit een familie met maar liefst vier broers, die allemaal de wielersport beoefenden. In 1925 reed Bernard zijn eerste officiële wedstrijd, waar hij de halve finale haalde. Acht wedstrijden later al plaatste hij zich voor het wereldkampioenschap.
Daan van Dijk was toen pas achttien jaar oud – vier jaar jonger dan Leene. Op 28 juni 1925 won hij de lange afstand voor amateurs bij de nationale kampioenschappen. Als kampioen verscheen zijn foto in de krant, die werd opgemerkt door de vijftienjarige Stientje Lelieveld. Ze werd stapelverliefd en trad enkele jaren later in het huwelijk met haar grote liefde.
Korfbalwedstrijden
De twee renners werden op de tandem aan elkaar gekoppeld door de Nederlandsche Wielrenunie. Op 6 augustus 1928 kwamen de baanrenners in actie op de Spelen, die toen al tien dagen onderweg waren. Tot grote teleurstelling van het thuispubliek was er nog geen enkele gouden medaille door een Nederlandse sporter gewonnen, waardoor alle hoop op deze sporters was gevestigd.
Het begon goed, want de Nederlandse renners reden maar liefst drie finales. De eerste werd verloren, de tweede werd verloren, en langzaam daalde het enthousiasme op de tribunes.
Het werd zelfs grimmig, omdat er op die dag ook korfbalwedstrijden werden gespeeld als demonstratiesport. Het wielrenpubliek wilde hiermee niet lastig worden gevallen en reageerde onbeschoft door de spelers uit te schelden. Juist op dat moment betraden Leene en Van Dijk het stadion – de laatste kans op Nederlandse goud die dag.
Na winst op Oostenrijk werden de Duitsers uitgeschakeld met een kwart wiel verschil. De Nederlandse tandem stond in de finale tegen de Engelsen John Sibbit en Ernest Chambers. En het lukte, stond de volgende dag in de kranten: ‘Leene - van Dijk balanceerden beter en de Engelschen namen den kop. Bijna drie ronden ging het langzaam verder, tot de Hollanders juist op tijd de sprint inzetten. Onweerstaanbaar vlogen zij reeds in de eerste bocht de Engelschen voorbij, die op het laatste rechte einde wel iets inhaalden, maar toch met een half wiel geslagen werden. Eindelijk de Hollandsche vlag aan de hoogste mast.’
Een opstand brak los
Het publiek ontplofte van vreugde: ‘Toen de eerste Nederlandsche zege in een olympisch sportnummer veroverd was, toen laaide een begrijpelijke geestdrift op onder de duizenden toeschouwers. Geestdrift, die velen meenden te moeten uitschreeuwen.’ Het publiek riep om een ereronde, om het Wilhelmus, om een plechtigheid, maar de organisatie besloot dat er weer een korfbalwedstrijd moest beginnen. Een opstand brak los: ‘Er werd gefloten, geroepen, er werd gebruld, er werd tenslotte in monotoon tempo geschreeuwd: Ce-re-mo-nie, en nog eens Ce-re-mo-nie.’
Om erger te voorkomen, werd het korfbal meteen stilgelegd en klonk het Wilhelmus door het stadion terwijl de driekleur werd gehesen. Van schrik – en ongetwijfeld ook uit respect – stonden de korfballers stram in de houding.
Bronnen:
• www.sportgeschiedenis.nl
• Foto: www.sportgeschiedenis.nl