Waterpolomannen Montréal 1976

1976, Olympische Spelen XXI te Montréal
Sport: waterpolo
Team: Nederlands mannenteam, 
Prestatie: brons

Het Nederlands waterpoloteam kreeg de deur naar Montréal 1976 niet op eigen kracht open en arriveerde vooral daarom als outsider in het Olympisch veld met vele favorieten. Bij het toernooi om het wereldkampioenschap in Cali, één jaar eerder, was Nederland 'slechts' zevende geworden en greep als gevolg daarvan net naast de bonus van een plaats bij de top-zes, die zich automatisch voor de Olympische Spelen kwalificeerde.

Omdat de vertegenwoordiger van het Afrikaanse continent - Nigeria - zich afmeldde, mochten bondscoach Ivo Trumbic en zijn spelers zonder een kwalificatiewedstrijd te spelen naar Montréal vertrekken. Dat de Nederlandse formatie tenslotte met Olympisch brons terugkeerde was zoveel als een regelrechte sensatie.

Octopus
Dat het de kant van het ereschavot opging werd in ieder geval ook in de eerste wedstrijd nog niet duidelijk. Weliswaar werd het openingsduel tegen Mexico gewonnen (5-3), maar de strijd verliep sprankelend noch indrukwekkend. Dat in tegenstelling tot het tweede duel, waarin Nederland op wereldkampioen Rusland stuitte. Wat niemand voor mogelijk hield gebeurde in deze wedstrijd.

Terwijl doelman Evert Kroon in het Nederlandse doel een bijna niet te passeren bolwerk vormde, slaagden Ton Buunk, Hans Smits en Rik Toonen erin de Russische keeper ieder éénmaal het nakijken te geven. Pas bij die 3-0 stand konden de Russen iets terug doen, maar verder dan 3-2 liet Evert Kroon het niet komen. De Nederlandse doelman werd na afloop omschreven als 'een octopus met armen die van doelpaal tot doelpaal reiken'.

De sensationele overwinning op de Russen had logischerwijs een enorme uitwerking op het team, dat zijn mogelijkheden daarvoor geregeld moet hebben onderschat. Het ontzag voor de concurrentie, dat daarvoor meestal een gegeven was, smolt weg in de roes van het succes, dat werd vervolgd met een al even spectaculaire overwinning op Roemenië (6-5). Met een prachtige score van zes punten uit drie wedstrijden ging Nederland over naar de finalepoule.

Het was duidelijk dat ook de Nederlandse waterpoloërs zich bewust waren van het feit dat ze in drie wedstrijden een totaal ander verwachtingspatroon om zich heen hadden geweven. Maar ze leken daaronder niet gebukt te gaan. Integendeel, het Nederlandse zelfvertrouwen was zo groot dat topscorer Nico Landeweerd voor de eerste wedstrijd uit de finalepoule, tegen West-Duitsland, zei: “Het zou me tegenvallen wanneer we ook in de finalepoule niet in ieder geval drie van de vijf wedstrijden winnen. Een nederlaag tegen West-Duitsland beschouw ik zelfs als een enorme afgang!”

Ivo Trumbic
Die uitspraak van Landeweerd was tekenend voor wat er was gaan leven in de ploeg, die zijn inspiratie voor een niet onbelangrijk deel ontleende aan de geestdrift van bondscoach Ivo Trumbic, die als aanvoerder Joegoslavië in 1964 en 1968 naar zilver en goud had geleid. “Een man die er alles voor over had om ons naar de top te krijgen,” wist. Nadat West-Duitsland met 3-2 was overmeesterd en het tweede duel met Roemenië in 4-4 was geëindigd, liep Nederland tegen Hongarije, de latere Olympisch kampioen, tegen de eerste nederlaag (3-5) op. “We beschouwden dat verlies tegen de Hongaren als een debacle en we wilden revanche, vooral voor Trumbic,” zei de sterk spelende Hans van Zeeland op de rustdag na het treffen.

Het toernooi groeide naar een climax toen Nederland ook Joegoslavië met 5-3 versloeg. In de slotwedstrijd tegen Italië zat alles er nog in. Bij winst was er zilver voor Nederland, bij een gelijkspel brons voor Oranje en zilver voor de Azurri, en bij een verlies zou Roemenië nog derde worden en zou Nederland met lege handen staan. Het duel stond volledig in het teken van het scorebord. Italië kwam op 3-1, maar Landeweerd en Buunk egaliseerden de score, waardoor Nederland voor het eerst sinds 1948 weer een waterpolomedaille had behaald.

Het optreden van de Nederlandse Olympische ploeg in Montréal was niet al te succesvol, dus de onverwachte medaille van de waterpoloërs werd met groot enthousiasme begroet. Evert Kroon, die voor de derde keer aan de Spelen had meegedaan en zijn interlandcarrière met brons afsloot, droeg bij de sluitingsceremonie de Nederlandse vlag. Enkele maanden later werd de waterpoloploeg gekozen tot Sportploeg van het jaar.

De Nederlandse ploeg in Montréal bestond uit: Alex Boegschoten, Ton Buunk, Piet de Zwarte, Andy Hoepelman, Evert Kroon, Nico Landeweerd, Hans Smits, Gijze Stroboer, Rik Toonen, Hans van Zeeland en Jan Evert Veer. Coach: Ivo Trumbic.

Bronnen:

  • Kroniek Olympische Spelen, NOC 75 (Elsevier, 1987)