Topsport

Hockeyster Renée van Laarhoven is óók onderzoeker: “Ik wil iets bijdragen”

11 augustus 2025
Hockeyster Renée van Laarhoven is óók onderzoeker: “Ik wil iets bijdragen”

Een leven als topsporter vraagt om discipline, doorzettingsvermogen en goed kunnen plannen. Maar wat als je daarnaast ook nog werkt als onderzoeker in een kinderoncologisch centrum? Voor TeamNL-hockeyster Renée van Laarhoven is het juist een verrijking: “Topsport is niet alles – het is een keuze. En het is zó waardevol om jezelf te ontwikkelen naast je sport.”

Trainen en werken 
Een gemiddelde week van Renée zit lekker vol. Op maandag en dinsdag traint ze met het Nederlands team. Woensdag is een volle werkdag, gevolgd door krachttraining. Donderdag en vrijdag combineert ze werk met trainen bij haar club SCHC. “Ik heb bij het Prinses Máxima Centrum een contract voor tien uur per week, maar ze denken flexibel mee. In drukkere periodes, zoals bij toernooien of buitenlandse stages, is er ruimte om minder te werken. Gemiddeld over het jaar komt het goed uit.”

De juiste balans vinden
De grootste uitdaging op de werkvloer? “Er wél zijn, maar toch vaak niet aanwezig kunnen zijn,” vertelt ze. “Het is lastiger om echt onderdeel van het team te zijn als je er soms fysiek niet bent. Maar ik heb geleerd om daar open over te zijn.” Die openheid werkt twee kanten op. “Bij het Prinses Máxima Centrum is alles bespreekbaar. Ze weten wie ze binnenhalen en wat topsport vraagt. En ik denk dat ze er ook veel voor terugkrijgen.”

Overeenkomsten en verschillen 
Hoewel sport en onderzoek twee verschillende werelden lijken, ervaart Renée juist veel raakvlakken. “In de sport leer je van jongs af aan plannen en omgaan met feedback. Die vaardigheden neem ik direct mee in mijn werk. Projectmanagement, samenwerken, doorzetten als het even tegenzit – daar helpt mijn topsportachtergrond enorm bij.” Andersom helpt haar werk ook in haar sport: “Ik heb geleerd dat er niet één waarheid is. In de sport is het snel zwart-wit, maar door mijn onderzoeksachtergrond kijk ik nu soms vanuit een ander perspectief naar dingen. Ook in gesprekken met bijvoorbeeld mijn teamgenoten of coach.”

Anderen willen helpen
Waarom ze bewust kiest voor werken naast haar sportcarrière? “Ik wil mezelf blijven ontwikkelen. Ik ben nieuwsgierig en wil leren, maar ook iets bijdragen.” De keuze voor het Prinses Máxima Centrum kwam vanuit oprechte betrokkenheid. “Mijn vader is arts, vroeger ging ik als klein meisje wel eens mee op zijn rondes langs patiënten. Het ziekenhuis fascineerde me altijd. Later kwam ik via de jaarlijkse beweegweek in contact met het Prinses Máxima Centrum en wist ik: hier wil ik zijn. De sfeer, de kinderen, de kracht die zij laten zien. Het is echt een bijzondere omgeving.”

Stilstaan en reflecteren 
Van dingen doen naast je sport kun je beter gaan presteren, maar het kan ook de andere kant op werken. De juiste balans vinden was voor Renée niet altijd makkelijk. “In het begin van mijn studie bijvoorbeeld wilde ik álles halen én bij Oranje komen. Dat ging gewoon niet. Ik heb geleerd prioriteiten te stellen en mezelf toe te staan om langer over mijn studie te doen.” Met hulp van een mental coach ging ze aan de slag met haar verwachtingen. “Ik ben van nature al wel reflectief, maar die begeleiding hielp goed. Soms moet je even stilstaan en jezelf afvragen: past dit nog bij mij? Waar haal ik energie uit? Ben ik op de goede weg of mis ik iets? Dat doe ik nu nog steeds en dat is net zo belangrijk als presteren op het veld.”

Veerkracht en rolmodellen
Wat haar vooral opvalt binnen het Prinses Máxima Centrum, is niet het verdriet, maar vooral de veerkracht. “Je ziet de kinderen, hun ouders. Je ziet wat er allemaal gebeurt. Maar je ziet ook zoveel positiviteit: kinderen op loopfietsjes in de gangen, hoe het ziekenhuis is ingericht om kwaliteit van leven te behouden. Het zet alles in perspectief. Topsport is voor mij heel belangrijk, maar het is niet alles.”

Renée gelooft ook sterk in de kracht van rolmodellen. En dat werkt twee kanten op. “Kinderen in het ziekenhuis halen zoveel uit het bezoek van een sporter. Even licht op een zware dag. Maar als sporter haal je ook iets uit het contact met hen. Ze laten zien dat je altijd iets van een situatie kunt maken, hoe moeilijk die ook is.”

Dromen
Voor de toekomst heeft ze voor nu geen strak uitgestippeld plan. “Na de Spelen in Parijs was het voor mij belangrijk om de tijd te nemen weer goed te reflecteren. Voor nu wil ik het beste uit mezelf halen in het hockey, zonder mezelf te veel druk op te leggen. En ik ben aan het ontdekken welke mogelijkheden er allemaal zijn op maatschappelijk gebied. Het werk als onderzoeker is voor mij al een hele mooie stap. In die rol wil ik rustig kijken welke kant ik op wil. Ik geef nu richting aan mijn maatschappelijke carrière, zonder duidelijk eindpunt. Ik ben voor mijn gevoel op de juiste weg en dat voelt heel goed.’’

Advies aan collega-sporters
Tot slot wil ze iets meegeven aan andere topsporters die twijfelen over studie of werk naast hun sportieve carrière: “Denk niet in onmogelijkheden. Ga het gesprek aan. Veel werkgevers of scholen willen echt meedenken. Al is het maar een paar uur per week – het helpt je groeien als mens. En het maakt je als sporter uiteindelijk ook sterker.”

Deel dit artikel op social media: