Arno Kamminga: “Direct begonnen met het nieuwe olympische seizoen”

Arno Kamminga was dit voorjaar in de vorm van zijn leven. Een week voor Nederland in lockdown ging, verbeterde de zwemmer in Antwerpen het Nederlands record op de 100 meter en de 200 meter schoolslag. Beide tijden waren mondiaal de beste seizoentijd en op de ranking aller tijden waren het de derde en de zesde prestatie.

Niet overdreven om te stellen dat Arno een grote kans had om de eerste mannelijke Nederlandse zwemmer te worden met een olympische medaille, sinds Pieter van den Hoogenband in 2004. Dat kan natuurlijk nog altijd, maar niet dit jaar. “Ik lag op koers voor een medaille”, bevestigt Arno. “Maar het moet natuurlijk daar gebeuren. Ik moet in Tokio mijn beste race zwemmen.”

Spectaculaire groei

De 24-jarige Amsterdammer maakt sinds de Olympische Spelen van Rio 2016 een spectaculaire groei door. Ieder jaar worden zijn prestaties beter. Inmiddels is hij tweevoudig Europees kampioen op de schoolslag en is hij een gevestigde naam in de wereldtop. In Tokio moet de bekroning komen, maar wel een jaar later dan gepland. “Ik had er veel zin in. Maar nu het is uitgesteld heb ik een jaar meer om beter te worden.”

Want zo kijkt Arno er tegenaan. Hij vertrouwt op de progressie die hij de afgelopen jaren heeft doorgemaakt en wil de stijgende lijn nog even doortrekken. “Het is voor niemand leuk dat het is uitgesteld. Maar ik heb er het meeste voordeel bij van iedereen”, is Arno’s overtuiging. “Ik maak grotere stappen dan de rest. Sommigen vallen stil, anderen stoppen. Er zijn nog wel anderen die ook stappen maken, maar met tienden van seconden. Bij mij gaat het om seconden.”

Arno ziet nog wel meer voordelen van de gedwongen pauze. “Het biedt ook kansen en ruimte voor dingen waar je normaal geen tijd voor hebt, zoals krachttraining. Normaal ben je zo druk bezig met wedstrijden en trainen. Sinds 2017 ben ik nooit meer dan drie weken achter elkaar thuis geweest. Altijd onderweg voor wedstrijden of een trainingskamp. We hebben nu een trainingsblok van drie weken kunnen neerleggen. Dat voelt goed. Ik ben benieuwd wat voor effect dat heeft in de wedstrijden.”

Uitdagende periode

Hoewel hij er goed voor stond, kon Arno dan ook vrij snel de knop omzetten toen de Spelen een jaar werden uitgesteld. Het lastigste was nog dat de zwembaden werden gesloten. “Het was een uitdagende periode”, onderschrijft hij. “Je bent met oogkleppen op weg naar een doel en dat valt dan weg. Ik heb veel contact gehad met mijn coach en de staf. Samen hebben we een programma gemaakt. We zijn direct begonnen met het nieuwe olympische seizoen. Ik heb uiteindelijk een paar weken niet gezwommen. Wat ik dan wel deed? Van alles en nog wat. Eerst een week vakantie, voor zover je dat zo kunt noemen, om te wennen aan de nieuwe realiteit. Daarna fietsen, hardlopen, trainen met gewichten, veel core-training. Sinds kort mogen we weer zwemmen. Vrijwel direct was ik weer goed bezig.”

Doordat nagenoeg alle grote evenementen zijn opgeschoven, heeft Arno straks een programma waar je U tegen zegt: zeven eindtoernooien in anderhalf jaar. EK’s, WK’s en Olympische Spelen. Arno kan niet wachten. “Ik wil op elk toernooi vlammen. Wedstrijden vind ik het leukste wat er is. Het heet niet voor niets wedstrijdzwemmen.”