KNZB, Reddingsbrigade Nederland en NOB bundelen krachten om kinderen actief te houden in, op én onder water
7 oktober 2025
Elk jaar halen duizenden kinderen een zwemdiploma, maar wat gebeurt er daarna? Te vaak verdwijnen ze uit het zwembad, terwijl blijven zwemmen juist zorgt voor plezier, gezondheid én meer zwemveiligheid. Daarom slaan de Koninklijke Nederlandse Zwembond (KNZB), Reddingsbrigade Nederland en de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) de handen ineen. Met steun uit het Sportakkoord brengen ze gemeenten, sportbedrijven, scholen en verenigingen bij elkaar zodat kinderen na het behalen van hun zwemdiploma’s actief blijven: in, op én onder water.
Waarom deze samenwerking nú nodig is
In steeds meer gemeenten is klassiek schoolzwemmen verdwenen. Zwemvaardigheid onderhoud je door te dóen. Een paar keer per jaar tijdens de schoolvakantie zwemmen is onvoldoende. Met deze gezamenlijke aanpak zorgen bonden, gemeenten, sportbedrijven, scholen en verenigingen ervoor dat elk kind met regelmaat kan blijven zwemmen.
Voor het eerst werken de KNZB, Reddingsbrigade Nederland en de NOB samen in één breed programma waarin zwemsport en zwemveiligheid hand in hand gaan. Vanuit het Sportakkoord is een gezamenlijke projectleider aangesteld die lokaal verbindt en maatwerk mogelijk maakt. Het resultaat: een schoolzwemuur dat niet alleen leerzaam is, maar vooral leuk en gevarieerd.
Kinderen ontdekken een kleurrijk palet aan zwemsporten: van waterpolo en wedstrijdzwemmen tot snorkelen, onderwaterhockey, duiken, lifesaving, synchroonzwemmen, schoonspringen en waterbasketbal. De bonden betrekken bewust ook scholen met een lage sociaaleconomische positie, zodat alle kinderen kunnen blijven bewegen in, op én onder water.
We willen voorkomen dat kinderen na hun zwemdiploma afhaken. Ons doel is dat ze zwemvaardig blíjven, plezier houden en de weg vinden naar een sport die bij hen past. We stappen over onze eigen schaduw heen, of een kind lid wordt bij KNZB, NOB of de Reddingsbrigade is ondergeschikt. Als ze maar blijven zwemmen—in, op én onder water.
Irma Duim, gezamenlijke projectleider
De resultaten tot nu toe
- 13 gemeenten doen mee
- 35 verenigingen zijn aangesloten
- Bijna 12.000 kinderen bereikt in anderhalf jaar
Lokaal voorbeeld — Zwem-APK in Alkmaar
De gemeente Alkmaar was één van de eerste deelnemers. In 2024 startte een pilot op acht basisscholen: ruim 300 kinderen deden mee aan de Zwem-APK. Eerst werd de zwemvaardigheid op speelse wijze getest, daarna maakten kinderen kennis met verschillende zwemsporten. De timing—vlak vóór de zomervakantie—bracht hun vaardigheden weer op peil voor een veilige zomer, met extra mogelijkheden om ook buitenbaden te benutten
“We lieten kinderen in circuitvorm bestaande en nieuwe vaardigheden oefenen”, zegt Eddy Bakker manager Alkmaar Sport / Holland Sport. “Elke basisvorm had meerdere varianten waardoor de begeleiding op niveau en met veel intensiteit kon aanbieden.”
Lokaal voorbeeld — Blijven Zwemmen in Amsterdam
In Amsterdam richt het programma Blijven Zwemmen zich op groep 7 en 8. Het doel is dat alle kinderen hun vaardigheden in het zwemmen ophalen of onderhouden.
Tijdens gemiddeld zes lessen leren kinderen op een speelse manier survival skills en zwemsporttechnieken: borstcrawl met tuimelkeerpunt, achteruit duiken, ongelijkzijdig watertrappen met bal, stuwen, een salto achterover en zelfs overleven zonder inzet van de benen. Kinderen zonder zwemdiploma volgen een passend programma in het ondiepe en krijgen direct inschrijfinformatie voor het vangnet: gratis, wekelijkse zwemles buiten schooltijd tot het B-diploma is behaald.
“We startten halverwege het schooljaar en de eerste reacties waren zo positief dat het aantal deelnemende scholen in 2025–2026 is verdrievoudigd,” aldus Heidi Oudejans, programmamanager Zwemvaardigheid.