
Danny de Ruiter werkt al meer dan twintig jaar bij het Nederlands Handbal Verbond (NHV), waar hij manager breedtesport is. In 2024 nam hij voor het eerst de bondenrapportage van NOC*NSF af. “Onze missie is dat handbal in heel Nederland mogelijk moet zijn, voor alle niveaus en leeftijden”, vertelt de Ruiter. “Om die plannen concreet te maken, moet je ze vertalen naar een strategie en daar heb je data voor nodig. De bondenrapportage biedt ons waardevolle informatie om beleid op te baseren en energie gericht in te zetten.”
Naast de bondenrapportage doet het NHV ook mee met de Verenigingsmonitor. “De kracht zit in de combinatie. De bondenrapportage geeft het brede beeld van de sport en de Verenigingsmonitor laat zien hoe individuele verenigingen ervoor staan. Zo kunnen we gericht actie ondernemen en beleid maken dat aansluit bij de praktijk.”
Voor mij is het belangrijkste dat we met deze data echt stappen kunnen zetten richting onze Handbalagenda 2032.
Danny de Ruiter
Verrassende inzichten
Veel bevindingen uit de bondenrapportage bevestigden wat het NHV al vermoedde, maar er kwamen ook opvallende resultaten naar voren. “Zo blijkt dat er in Nederland gemiddeld zo’n 70.000 mensen per jaar handballen. In juni 2023 waren dat zelfs 110.000 mensen, terwijl het NHV zo’n 50.000 leden telt. Ik dacht altijd dat iedereen die handbalde, automatisch lid was van een vereniging en dus van de bond. Dat blijkt niet zo te zijn. Bij die andere 60.000 handballers zit veel potentieel.” Deze grote groep ‘onbekende’ handballers zijn vooral kinderen en jongvolwassenen, die bijvoorbeeld via school, naschoolse sport of opvang handballen.
Ook de motivatie om te handballen leverde nuttige inzichten op. “De belangrijkste reden is dat mensen het leuk vinden en hun energie erin kwijt kunnen. Dat is waardevolle informatie voor marketingcampagnes en bij het werven van nieuwe leden.”
Handballers doen vaak meer dan één sport
De bondenrapportage laat zien dat veel handballers naast hun sport ook andere sporten beoefenen. “Je ziet dat ze relatief vaak ook fitnessen, tennissen of padellen. Bij de jongste jeugd gaat het vaker om sporten als zwemmen, gymnastiek en voetbal.”
“Dat is op zich geen probleem, maar het biedt wel een uitdaging voor verenigingen. Veel clubs bieden alleen zaalcompetitie van oktober tot april, waardoor er in de zomer weinig gebeurt. Dat kan ertoe leiden dat ze overstappen naar flexibele sporten. Daarom stimuleren we veld- en beachhandbal, zodat leden ook in de zomer actief blijven bij hun club.”
Populariteit onder de jeugd
Handbal blijkt erg populair onder jonge jeugd. “Het is een intensieve en fysieke sport die je al op jonge leeftijd kunt doen. Hoe jonger iemand lid wordt, hoe langer hij of zij blijft. Vroege instroom is dus cruciaal.”
Vanaf de middelbare school tekent zich een verschil af tussen jongens en meisjes. “Veel meer meisjes gaan door met handbal dan jongens. Bij jongens wordt dat rond de veertien jaar problematisch. Gemengd sporten is dan niet meer mogelijk vanwege het fysieke verschil. Vaak stoppen jongens omdat er simpelweg geen team meer is. Daar moeten we als bond iets mee, bijvoorbeeld door aangepaste spelvormen of kleinere teams.”

Van inzicht naar actie
De Ruiter benadrukt dat data steeds belangrijker wordt voor beleidskeuzes. “De bondenrapportage laat landelijke trends en regionale verschillen zien en de Verenigingsmonitor maakt het concreet. Daarmee kunnen we verenigingen gericht helpen. Alleen advies geven is niet genoeg. Soms koppelen we clubs aan andere verenigingen, zodat ze samen sterker worden. Samenwerking is cruciaal, binnen handbal maar soms ook met andere sporten. Altijd lokaal, want daar gebeurt het.”
Waarde voor sponsors en verenigingen
De inzichten uit de bondenrapportage zijn ook waardevol richting externe partijen. “Sponsoren zoals DHL krijgen zo beter inzicht in de sport en de achterban.”
Met de verenigingen zelf zijn de inzichten uit de bondenrapportage nog niet gedeeld. Wel bespreekt het NHV de resultaten van de Verenigingsmonitor actief in regiobijeenkomsten. “We hebben alle verenigingen in clusters ingedeeld en per regio gaan we samen zitten om de resultaten te bespreken. Hoe verhouden de regio’s zich tot elkaar, maar ook hoe de clubs zich binnen een regio tot elkaar verhouden. Hier komen hele interessante dingen uit, zeker over de vitaliteit van de clubs.”
Concrete stappen met data
De bondenrapportage vormt een waardevol fundament voor het beleid van het NHV. “Voor mij is het belangrijkste dat we met deze data echt stappen kunnen zetten richting onze Handbalagenda 2032”, besluit De Ruiter. “Handbal moet in heel Nederland mogelijk zijn, voor iedereen en op ieder niveau. Deze inzichten helpen ons daarbij.”