In mei sportte 62 procent (9,9 miljoen) van de inwoners in Nederland wekelijks. Dit is een stijging van 2 procent ten opzichte van het eerste kwartaal in 2023. De wekelijkse sportdeelname was voor het laatst zo hoog in juni 2022.
Algemene sportdeelname
63 procent van de mannen en 60 procent van de vrouwen sportte wekelijks. De gemiddelde inwoner van Nederland sportte 8,2 keer in mei. Dat is iets hoger dan het gemiddelde van 2023 (8 keer per maand).
Niet sporters
31 procent van de inwoners van Nederland sportte niet in mei. Dit zijn bijna 5 miljoen mensen. 38 procent van de niet-sportende mensen geeft aan hier wel verandering in te willen brengen.
Sportdeelname jeugd
75 procent van de jeugd (5 t/m18 jaar) sportte in mei wekelijks. Hiermee bleef de sportdeelname stabiel. Opvallend is wel dat er nog steeds aanzienlijk minder meisjes van 13 t/m 18 sporten dan voor de coronapandemie. Voor de coronapandemie sportte 73-76 procent van de meisjes wekelijks. In mei sportte 65 procent van de meisjes wekelijks.
Takken van sport
De meest beoefende sporten in mei zijn: fitness (individueel/binnen), wandelsport en hardlopen. Bij de jeugd zijn de meest beoefende sporten voetbal, zwemsport en danssport.
Manier van sporten
32 procent van de sportende inwoners van Nederland sportte in mei alleen/ongeorganiseerd. 26 procent sportte als lid van een vereniging. Bij de jeugd zien we dat het percentage sporters als lid van een vereniging aanzienlijk hoger ligt. 56 procent van de jongeren van 5 tot en met 18 jaar sport als lid van een sportvereniging.