Het kabinet heeft dinsdag ter bestrijding van het coronavirus een 'gedeeltelijke lockdown' aangekondigd. Voor de sport betekent dit dat iedereen vanaf achttien jaar alleen mag sporten op anderhalve meter afstand en alleen individueel of in teamverband met niet meer dan vier personen. Wedstrijden zijn niet toegestaan. Voor de topsport en de jeugd tot achttien jaar gelden uitzonderingen. De nieuwe maatregelen gelden vanaf woensdag 14 oktober 22.00 uur en in de weken tot 27 oktober beoordeelt het kabinet wat er daarna nodig is.
Uitzonderingen voor jeugd en topsport
De jeugd tot achttien jaar mag blijven sporten in teamverband zonder dat ze anderhalve meter afstand in acht hoeven te nemen, de competitie ligt wel stil. Topsporters mogen blijven sporten op aangewezen topsportlocaties.
“Jammer dat het de Nederlandse samenleving niet is gelukt om de lage cijfers van het begin van de zomer vast te houden”, reageert algemeen directeur Gerard Dielessen van NOC*NSF. “Helaas heeft het kabinet daarom stevige maatregelen moeten nemen.”
Het is een verstandig besluit dat we kunnen blijven sporten
Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF
“Het is verstandig dat de sport wel open blijft, zodat de sportdeelname hopelijk niet al te veel zal dalen. En dat is dan weer goed voor de algemene volksgezondheid en voor de juist nu zo noodzakelijke weerbaarheid van iedereen.”
Dielessen vervolgt: “We zien met instemming dat het kabinet een heldere routekaart heeft opgesteld. Als de cijfers dalen is nu ook meteen duidelijk welke maatregelen dan afgeschaald zullen worden. Dat geeft perspectief.”
Het is van het grootste belang dat de sportsector voor de komende maanden en voor 2021 en daarna kan rekenen op steun van de overheid bij het opvangen van de te verwachten financiële gevolgen
Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF
Moeilijke tijden voor de sport
Dielessen roept de overheid op tot verdere financiële steun aan de sportsector: “2021 zal nu zeker een zeer moeilijk jaar worden voor de sport. Verenigingen en de sportbonden missen dit jaar al veel inkomsten, maken hoge kosten en de vrijwilligers draaien overuren. De hoop dat in de laatste maanden van 2020 iets goed gemaakt zou kunnen worden lijkt met de opleving van het coronavirus helaas vervlogen.”
“Het is van het grootste belang dat de sportsector voor de komende maanden en voor 2021 en daarna kan rekenen op steun van de overheid bij het opvangen van de te verwachten financiële gevolgen veroorzaakt door de coronacrisis.”