Anneke van Zanen-Nieberg: Saamhorigheid in de sport in heftige periode

De coronacrisis raakt ons ook als sportland. NOC*NSF-voorzitter Anneke van Zanen-Nieberg merkt hoe onze bonden en clubs worstelen in deze moeilijke periode. Maar ondertussen ziet zij de Nederlandse sportwereld ook naar elkaar toegroeien. “Ik ben supertrots op de daadkracht van de sportorganisaties.”

Surrealistisch. Zo noemt Van Zanen-Nieberg de huidige tijd. “Het is allereerst bijzonder ingrijpend om zoveel gezondheidsleed te zien. In Nederland, maar ook ver daarbuiten. Dat vind ik momenteel het ergste. Een vreselijk virus dat een enorme impact heeft op onze samenleving. Het leidt ertoe dat ons sociale leven enorm wordt beperkt. Werken doen we alleen, vanuit huis. Contact is er wel, maar via een scherm. Iedereen beperkt zijn contact met anderen om verdere verspreiding van het coronavirus te voorkomen. Dat zorgt voor een bijzondere vorm van solidariteit.”

“Ik woon in Den Haag. Niet één van de gebieden die momenteel het hardst getroffen is. Maar ook hier merk ik de solidariteit. Gaat men niet onnodig naar buiten, omdat we de situatie van anderen niet erger willen maken. En die vorm van saamhorigheid merk ik ook in de sport. We zitten in een heftige periode en daarin staat gezondheid met stip op één. Ondertussen ben ik supertrots op de manier waarop we met elkaar als sportwereld hierop reageren."

"Natuurlijk was het een hard en moeilijk besluit om vorige week alle de competities te onderbreken, de trainingen te cancellen en de clubhuizen te sluiten. Toen dat moest gebeuren kwamen we allemaal in actie. Iedere bond en club gaf gehoor aan onze oproep om de sport stil te leggen. Binnen een paar dagen was alles afgelast. Die daadkracht is een compliment waard, als je bedenkt dat het om 77 bonden en 24.000 verenigingen gaat.”

Verantwoordelijkheid
Het is een besluit dat de clubs en bonden hard raakt, beseft Van Zanen-Nieberg. “Sociaal én financieel. En toch treft iedereen direct maatregelen. Neemt iedereen zijn of haar verantwoordelijkheid. Zijn we solidair aan elkaar om het virus in te dammen. Ook als dat ten koste gaat van onze eigen vrijheid en portemonnee."

"Ik merk dat we als NOC*NSF nog sneller dan normaal schakelen met bonden. De afstand is fysiek groter, maar we kunnen elkaar direct vinden voor vragen en oplossingen. Samen snelle keuzes maken. Keuzes die in het teken staan van het bevorderen van de gezamenlijke gezondheid. Om mij heen zie ik de drang van mensen om te sporten. Kan iedereen gelukkig nog hardlopen of de fiets pakken. De behoefte aan sporten blijft, dus zoekt iedereen op dit moment naar zijn eigen oplossing. Hopelijk kunnen onze TeamNL’ers daarin een voorbeeld vormen voor de rest van de samenleving."

Uiteraard zorgt deze periode ook voor zorgen. “Ik zal mij er voor inzetten om de financiële problemen in de sport te beperken, door met elkaar creatief te zijn en door aan te dringen bij het Rijk, gemeenten en sponsoren om fondsen ter beschikking te (blijven) stellen”, zegt Van Zanen-Nieberg, die net als velen geschrokken is van het aftreden van Bruno Bruins, onze minister van Medische Zorg en Sport. “Zijn doel als minister was echt alle Nederlanders te laten sporten en bewegen. Ik bedank hem voor wat hij voor de sport heeft gedaan. Hopelijk zien we hem na een spoedig herstel snel weer terug langs het veld of in de hal.”

Ondertussen is het afwachten hoe lang deze tijd waarin alles stilligt, gaat duren. “Als dat aanhoudt, kan dat desastreus zijn voor verenigingen, bonden en ondernemende aanbieders. Daarom is alles eraan gelegen om deze periode zo kort mogelijk te laten zijn. Daar kunnen we als Nederlanders zelf aan bijdragen door ons aan de adviezen van de regering te houden. Ondertussen moeten we er ook over nadenken wat we gaan doen als er komende maand of misschien later, weer in club- of teamverband gesport kan worden.”

“Samen gaan we er weer voor zorgen dat we onze sporten weer aan de gang krijgen. Dat moeten we schouder aan schouder doen. Met elkaar. Met onze schitterende sportinfrastructuur, prachtige clubs en bonden gaat dat zeker lukken. Alleen… weten we nog niet wanneer.”