Sportdeelname Voel je thuis in de sport

Anne Veenendaal: geen uithangbord wel een voorbeeld

27 juni 2024
Anne Veenendaal: geen uithangbord wel een voorbeeld

“Sport is mijn leven. Ik sta ermee op en ik ga ermee naar bed. Het is de kern van wie ik ben, en dat blijft ook zo, zolang ik me zo goed blijf voelen.” Anne Veenendaal (28), keepster van het Nederlands hockeyteam beleeft deze zomer haar eerste Olympische Spelen in Parijs. Ze praat met ons over LHBTIQ+ acceptatie in de hockey en daarbuiten. 

“In de vrouwenhockey in Nederland heb ik altijd een omgeving gevonden waar mijn geaardheid geaccepteerd wordt. Ik ben er ook eigenlijk nooit bang voor geweest dat dat niet zo was, of dat ik het idee had dat ik mezelf daar niet kon zijn. Het is, in mijn beleving, heel normaal en heel geaccepteerd. Toen ik op mijn achttiende mijn eerste relatie kreeg, heb ik simpelweg gezegd dat ik een vriendin had. Er was geen ‘uit de kast komen’; het was gewoon wie ik was. Dat was nooit raar en ik heb er nooit een negatieve reactie op gehad. Niet bij mijn eigen club in Amsterdam, en niet in het Nederlands team.  

Een voor allen, allen voor een 

LHBTIQ+ zijn in de sport is dus iets wat ik nooit als een probleem heb ervaren. Ik heb nooit expliciet hoeven zeggen dat ik op vrouwen viel, omdat het voor mij altijd natuurlijk was om te zeggen dat ik een vriendin had, net zoals andere meiden ook niet hoeven te vertellen dat ze op mannen vallen. In mijn sport, en zeker binnen het vrouwenhockey, is het gelukkig geen probleem om openlijk lesbisch te zijn. Dat zie ik ook in mijn omgeving. Er zijn veel andere meiden ook open over hun geaardheid. Dat heeft me altijd een veilig gevoel gegeven. Maar het helpt ook dat het een teamsport is. Bijvoorbeeld wanneer we naar het buitenland reizen, zijn we altijd samen. Ik weet dat mijn team achter mij staat – en ik sta achter mijn team. Dat maakt het heel veilig en vertrouwd. Dit is misschien moeilijker voor individuele sporters die geen team hebben om op terug te vallen. 

Impact van woorden 

In mijn omgeving heb ik er wel geluk mee dat LHBTIQ+ geen ‘ding’ is. Ik zie dat bijvoorbeeld ook bij vrouwenvoetbal. En ik spreek en zie regelmatig andere sporters die datzelfde lijken te ervaren. Maar, ik zie bijvoorbeeld nog wel een contrast tussen de vrouwenhockey en de mannenhockey wereld. Ik ken persoonlijk geen mannelijke hockeyers in Nederland die openlijk homoseksueel zijn. In het buitenland zie ik het vaker, maar op de een of andere manier blijft Nederland nog achter.  

Ik spreek hier niet veel over met de hockeymannen, maar ik denk dat dat deels komt door de cultuur in de mannensport. Er wordt daar bijvoorbeeld veel met gay of homo gescholden. Dat heb ik bij ons nog nooit gehoord. Ik kan me voorstellen dat dat het ook lastiger maakt om open te zijn over je geaardheid. Ik denk dat mensen zich niet beseffen wat de impact van woorden is, en hier ook niet zo over na denken. Je hoort zelfs kinderen op straat met homo schelden. Dat is zo jammer. Daar speelt bewustwording wel echt een grote rol.   

Hockey Pride 2

Ik krijg berichtjes van jonge meiden dat ik de reden ben dat ze uit de kast durven komen 

Idealiter hoeft niemand meer uit de kast te komen. En voelen mensen gewoon de vrijheid om te zeggen met wie ze een relatie hebben, zonder angst of schaamte. Een wereld waarin we elkaar accepteren voor wie we zijn, dat is voor mij de perfecte wereld. Daarvoor is het nodig dat we werken aan bewustwording. Maar ook dat er meer rolmodellen zijn. Dat is ook waarom ik Pride belangrijk vind.

Niet omdat ik mezelf nou zo graag als voorbeeld neer wil zetten, maar omdat ik zie dat mijn openheid anderen kan helpen. Ik schreeuw het niet van de daken, maar ik maak er ook geen geheim van. Daardoor krijg ik bijvoorbeeld via Instagram wel eens berichtjes van jonge meiden die aangeven dat ik de reden ben dat ze uit de kast durven te komen. Laatst kreeg ik een berichtje van een meisje van veertien die zei dat de regenboogvlag, die aan de zijkant van mijn helm zit, haar heel veel hielp. Dat soort momenten zijn voor mij ontzettend waardevol. Al help ik maar één iemand, dan is dat meer dan genoeg voor mij.”

Sport is van iedereen 

NOC*NSF en de sportbonden werken hard aan een sportomgeving die voor iedereen toegankelijk, leuk en plezierig is. Hoe? Lees hier verder. 

Deel dit artikel op social media: