Eetstoornissen
Wat is een eetstoornis?
Een eetstoornis is een ernstige aandoening die vrijwel altijd begint als een vorm van afwijkend eetgedrag. Sporters zijn voor het leveren van hun prestaties sterk afhankelijk van hun lichaam. Daarbij is in veel sporten een laag gewicht een voordeel. Een (te) sterke focus op een slank lichaam ligt op de loer bij esthetische sporten (denk aan turnen, synchroonzwemmen) en sporten met gewichtsklassen zoals judo en roeien. De stoornis komt ook relatief vaak voor in duursporten als wielrennen en hardlopen als ook sporten met een sterke nadruk op het lichaam of waar kleding de lichaamsvormen benadrukt zoals bodybuilding, fitness en beachvolleybal.
De meest bekende vormen van eetstoornis zijn anorexia en boulimie (boulimia nervosa). Door de stoornis heeft de patiënt een vervormd beeld van het eigen lichaam, een grote angst om dik te worden en wordt een (te) laag lichaamsgewicht nagestreefd. In de topsport context komt de stoornis doorgaans voort uit de (grote) gedrevenheid van de sporter en de specifieke eisen die de sport stelt.
Boulimie, ook bekend als boulimia nervosa, gaat gepaard met frequente eetbuien, gevolgd door ‘compenserende’ handelingen als braken en het nemen van laxeermiddelen. Zowel anorexia als boulimie zijn sterk dwangmatig van karakter en kenmerken zich door een sterke hang naar controle. Het streven naar excellente prestaties maakt topsporters bovengemiddeld ontvankelijk voor de stoornis.
Een eetstoornis kan zeer ernstige gevolgen hebben voor de patiënt, in dit geval de sporter. Het is daarom van belang dat signalen vroegtijdig worden herkend. Hoe eerder de stoornis wordt herkend, hoe groter de kans op genezing.

Leontien Zijlaard-van Moorsel (foto): ‘Het leven is meer dan de hele dag kilocalorieën tellen. Ja, ik heb makkelijk praten tegenwoordig, maar tegelijkertijd begrijp ik de vrouwen en meisjes die worstelen met de vreselijke ziekte Anorexia nervosa. De strijd die zij moeten leveren om ermee af te rekenen, is intens en vraagt een enorm doorzettingsvermogen.’
Hoe herken ik een (potentiële) eetstoornis?
Hoewel eetstoornissen in bovengenoemde ‘risicosporten’ vaker voorkomen, kunnen ze voorkomen in elke sport. Zowel mannen als vrouwen kunnen het ziektebeeld ontwikkelen.
Sporters zullen niet snel toegeven dat ze een eetstoornis hebben. Doorgaans wordt het verstoorde gedrag goed verborgen gehouden. Bovendien hoeft iemand met een eetstoornis niet heel dun te zijn. Al met al kan een eetstoornis gemakkelijk onopgemerkt blijven. Onderstaande lijst met signalen en symptomen kan helpen om verstoord eetgedrag en (dreigende) eetstoornissen bij sporters te herkennen.
Gedrag
- Voortdurend bezig zijn met het lichaamsgewicht, uiterlijk en slank zijn (bijvoorbeeld door frequent voor de spiegel of op de weegschaal te staan)
- Opvallend bezig zijn met eten en afvallen (extreem lijnen, frequent kleine beetjes eten, bij anderen aandringen om wel te eten, vermijden van eten en/of situaties waarin gegeten wordt)
- Ondanks een laag lichaamsgewicht toch lijnen, beperkte calorie-inname
- Frequent naar het toilet gaan, met name direct na de maaltijd
- Gebruik van afvalmethoden als braken en laxeren
- Eetbuien
- Overmatig sporten, meer dan nodig of gebruikelijk is voor het verbeteren van de sportprestaties, wat kan leiden tot overtraindheid en blessures
- Sporten terwijl men geblesseerd is, ondanks dat dit door de coach of medische staf afgeraden wordt
- Slaapproblemen of rusteloosheid
- Sociaal isolement: zich afsluiten van teamgenoten, begeleidingsteam en omgeving.
Psychische signalen en symptomen
- Negatief lichaamsbeeld, waarbij men zichzelf te dik en/of lelijk vindt of een overmatig belang hecht aan het uiterlijk
- Lage zelfwaardering: zelfkritisch zijn met name op het gebied van lichaamsgewicht, uiterlijk, en/of sportprestatie
- Angsten (bijvoorbeeld faalangst of angst om in gewicht aan te komen)
- Somberheid en negatieve kijk op zichzelf en de toekomst
- Specifieke persoonlijkheidskenmerken: overmatig inschikkelijk, gesloten, impulsief, te competitief, prestatiegericht of perfectionistisch.
Lichamelijke signalen en symptomen
- Het snel koud hebben
- Dehydratie (uitdroging), concentratie- en coördinatieproblemen
- Maag-/darmklachten
- Vermoeidheidsklachten, spierzwakte of -krampen
- Gewichtsverlies, meer dan nodig voor adequate topsportbeoefening
- Afwezigheid van (andere) ziekte of stoornis die gewichtsverlies kan verklaren
- Vetpercentage, lager dan nodig voor adequate topsportbeoefening
- Grote schommelingen in lichaamsgewicht
- Weinig of niet menstrueren (bij gebruik van de anticonceptiepil is dit niet aantoonbaar)
- Dof haar, gespleten haar, haaruitval
- Broze nagels, gebroken nagels
- Frequente overbelastingsblessures (met name stressfracturen)
- Verminderde weerstand met frequente verkoudheid of grieperigheid
- Problemen met tanden en tandvlees ten gevolge van overmatig braken
- Overige vage lichamelijke klachten, waarbij vaak buikklachten worden gemeld.
- Uitgestelde puberteit
Indien u meerdere van bovengenoemde symptomen (herhaaldelijk) waarneemt, is er mogelijk sprake van een eetstoornis.
Wat doe ik wanneer ik denk dat een sporter mogelijk een eetstoornis heeft?
Voor topsporters is een specifieke richtlijn opgesteld en een aantal afspraken gemaakt met professionals. De adviezen omtrent wat te doen in geval van een vermoeden van een eetstoornis, zijn daarom naar doelgroep verschillend.
In geval van topsporters
Definitie van de doelgroep: de groepen Senioren en Senioren-1 actief in de topsportprogramma’s binnen categorie 1 t/m 3 van de Sportagenda.
- Iedereen (ouders, teamgenoten, coaches) in de omgeving van de topsporter kan, al dan niet met behulp van deze brochure, (potentiële) eetstoornissen signaleren.
- De topsportarts verbonden aan het topsportprogramma van de betreffende sportbond fungeert als case manager en coördinator van alle te ondernemen activiteiten. Indien u een eetstoornis bij een topsporter vermoedt, informeer dan de topsportarts. Dit is uw belangrijkste taak.
- De topsportarts kent de geldende richtlijn, weet wat te doen en welke externe expert(s) eventueel in te schakelen.
- Indien u niet terecht kunt bij de topsportarts van de bond, neem dan contact op met NOC*NSF topsportarts Maarten Moen, via maarten.moen@nocnsf.nl.

Contact
In geval van andere sporters
- Iedereen in de omgeving van de sporter kan deze aanspreken. Het is daarbij belangrijk niet beschuldigend, afkeurend of (ver)oordelend te zijn. Indien mogelijk, laat een professional (sportarts, sportpsycholoog of sportdiëtist(e)) rondom de sporter deze aanspreken. Indien u niet bekend bent met deze professionals, kunt u de huisarts inschakelen.
- Indien geen (geschikte) professional rondom de sporter beschikbaar is, kunt u de sporter ook zelf aanspreken. Leg uit waarom u bezorgd bent en vertel dat u van plan bent deze bezorgdheid te delen met (iemand binnen) de medische staf. Duidelijk moet zijn dat u de sporter wilt ondersteunen.
- Benader in eerste instantie niet de coach. In sommige – maar uiteraard niet alle – gevallen is een verstoorde relatie tussen sporter en coach (mede) oorzaak van de problematiek. Waar mogelijk wordt uiteraard de coach in vervolgstappen zo snel als mogelijk betrokken.
- Indien er geen medische staf is of u niet weet waar die te vinden, neem dan contact op met de huisarts of de Ursula kliniek (www.rivierduinen.nl/centrumeetstoornissen) of kijk op de website Proud2Bme (www.proud2bme.nl), een initiatief van de Ursula kliniek. Een andere goede website is www.eetstoornissen.info, gelanceerd door de Nederlandse Academie voor Eetstoornissen.